Georges Brassens
Georges Brassens werd geboren te Sète, een stadje aan de kust van de Méditérannée. Op zijn negentiende trekt hij naar Parijs waar hij een tijdje als arbeider werkt bij Renault. Hij studeert er muziek en piano, pas vijf jaar later koopt hij zijn eerste gitaar. In 1943 wordt Brassens naar Basdorf gestuurd, een Duits werkkamp. Hij maakt van een kort verlof gebruik om te deserteren en bij Jeanne Le Bonniec onder te duiken in de Impasse Florimont te Parijs. Aan haar zal hij later enkele chansons wijden, o.m. Chez Jeanne.
In 1947 ontmoet Georges Joha Heiman (bijgenaamd Püppchen) – ze blijft zijn levensgezellin tot aan zijn dood. Voor haar schreef hij prachtige nummers als Saturne en La non-demande en mariage. een van zijn grootste successen.
Pas op zijn vijfentwintigste begint Georges Brassens dus gitaar te spelen, én liedjes te componeren. Aanvankelijk biedt hij ze aan anderen aan: Yves Montand, Juliette Gréco en Edith Piaf. Maar dat is geen succes. Op zijn dertigste begint hij zelf te zingen, begin jaren vijftig stapt hij voor het eerst op scène in het cabaret van de succesvolle zangeres Patachou. Zij zal hem stimuleren om door te doen – en zijn nummers zelf te brengen …
Met zijn eerste plaatje, La mauvaise réputation (1952), heeft hij onmiddellijk succes. Van de een op de andere dag is Brassens beroemd in Frankrijk en dat zal zo blijven. Hij treedt voor het eerst op in Belgie op 19 mei 1953, in de Ancienne Belgique.
Met grote regelmaat brengt hij lp's uit, 12 in totaal. Veel nummers gaan behoren tot het collectieve geheugen en tot op vandaag maakt hij deel uit van het nationale Franse patrimonium. De Académie Française heeft hem zelfs haar Grote Poëzieprijs toegekend – voor zijn volledige oeuvre. Georges Brassens overleed in 1981.
Over muziek en teksten van Georges Brassens
Brassens’ chansons leunen soms sterk aan bij Franse volksliedjes. Mooie voorbeelden hiervan zijn Bécasinne, Le petit joueur de flûteau en Chanson pour L’Auvergnat. Zijn liefdesliederen zijn soms wat dramatisch (Il n’y a pas d’amour heureux), soms eerder lichtvoetig en ironisch of lyrisch zoals bij Cupidon s’en fout, L’Orage en Les Passantes. Af en toe gewaagd (Fernande, A l’ombre des maris, 95 %, …), maar altijd met genegenheid als bij Le Mouton de Panurge, Les Amoureux des Bancs Publics en La Marine.
Een constante bij Brassens is het bezingen van de vriendschap. Je hoort het in Le Vieux Léon, Heureux qui comme Ulysse en Les Copains d’Abord,wellicht zijn grootste hit.
Regelmatig formuleert hij ook zijn visie op de wereld en zijn kritiek op de maatschappij, zoals in zijn debuurtnummer La Mauvaise Réputation, en Mourir pour des Idées. Sterven voor het goede doel – ok, maar liefst niet overhaast …
Brassens schrijft ook muziek op teksten van anderen. Gastschrijvers zijn o.m. François Villon, Victor Hugo, Paul Verlaine, Louis Aragon, Françis Jammes, Paul Fort en Antoine Pol ... Een bescheiden monument tussen monumenten.
***
Zowel op muzikaal als op literair vlak, heeft Brassens een eigen stijl ontwikkeld. Zijn woordenschat is een smeltkroes van archaïsmen, neologismen en volkse uitdrukkingen. Dikwijls zet hij ook de grammatica naar zijn hand en verzint hij de meest vreemde rijmschema’s. Zijn poëzie is soms puur surrealistisch, soms groots, soms eenvoudig. Zijn melodievorming en harmonisatie getuigen van vakmanschap, originaliteit en inventiviteit. Jazz-muzikanten houden ervan.
Brassens stond bekend als een anarchist en een rebel, altijd in strijd met wat maar enigszins ‘het gezag’ vertegenwoordigde. Hij nam het op voor de simpele man en vertoefde graag in het gezelschap van de herbergier, de straatmuzikant (le croque-notes), de minder gefortuneerde. Hij incarneerde het type van de ‘tedere anarchist’, met veel gevoel voor liefde en vriendschap.
Ook bij zijn optredens was Brassens de eenvoud zelve. Hij kwam met zijn gitaar het podium op, een beetje zoals een norse houthakker met zijn bijl, en zette zonder verdere complimenten zijn tour de chant in. Van een zgn. doorleefde of theatrale interpretatie was geen sprake. Hij koos voor een uiterste soberheid.
***
Brassens is bijna volledig uit het geheugen van de Vlamingen verdwenen, maar ooit was dat anders. Enkele decennia geleden was het oeuvre van Brassens bijzonder aanwezig in heel wat Vlaamse discotheken. Mensen als Johan Anthierens, Frans Verleyen, Brigitte Raskin, Karel Van Deuren en Jan Verachtert kenden, kennen zijn werk grondig.
Het is de passie en het genot van Brasserie Croque-Notes om zijn werk ook vandaag af en toe tot leven te wekken – en zijn heerlijke verhalen en gevoelens te delen met het publiek.
Mensen over Brassens
"Ses chansons réconfortent ceux qui éprouvent un brusque et poignant besoin d'affection. Auprès de cet homme, ils se sentent momentanément heureux. La générosité qui émane de toute sa personne et de ses chansons leur apporte un peu de la lumière et de la tranquillité auxquelles ils aspirent."(Jean-Claude Lamy)
"Puis je l'écoutais, le soir. 'était inexplicable : on reçoit une douche de beauté, de bonheur, de rires, de larmes, une douche de vie et de don de soi." (Juliette Gréco)
"J'ai une morale qui emprunte un peu à la morale chrétienne, un peu à la morale anarchique ... C'est mon chemin, ma façon de voir des choses, avec mes imperfections, mes défauts, comme tout le monde du reste ..." (Georges Brassens)